September 2017, Carolien de Kovel
Ik sta voor publiek en vertel een verhaal, dus zonder boek of papier. Meestal heb ik dat verhaal niet zelf verzonnen, maar het is mijn interpretatie en het zijn mijn woorden. Ik pas mijn vertelling aan aan de context, de locatie, het publiek. Met mijn woorden, mijn stem, mijn gebaren, breng ik het verhaal voor het publiek tot leven.
Er zijn zo veel prachtige verhalen in de wereld. Ik vind het fijn om die met anderen te delen. Als verhalenverteller sta je in een traditie, je geeft iets door. Dat vind ik mooi. Er speelt ook iets mee dat ik denk dat het goed is voor een gemeenschap om verhalen te delen, maar dat kan ik niet goed onder woorden brengen.
Meer antwoorden (in het Engels) en nog wat opmerkingen (in het Engels) over waarom we verhalen vertellen.
Het is net als met muziek: soms is het heerlijk om op de bank te zitten met de stereo aan, soms is het leuk naar een concert te gaan. Zo kan het ook leuk zijn om niet een boek te lezen, niet een verfilming te bekijken, maar naar een verhalenverteller te gaan. Ik probeer precies zo veel details te vertellen dat je eigen fantasie de rest kan invullen. Luisteraars komen om even meegenomen te worden naar een andere wereld, en om dat niet alleen te doen, maar samen met andere luisteraars. Ze komen om zich te laten verrassen door onbekende verhalen of door een nieuwe vertolking van een bekend verhaal.
We geven optredens, vaak met muziek erbij, in (theater)zaaltjes. We staan op festivals. We komen op feesten of reünies bij mensen thuis of bij verenigingen. We vertellen in kerken, verpleegtehuizen, scholen, bibliotheken of musea. Eigenlijk op heel veel plekken.
We vertellen aan publiek van allerlei leeftijden en allerlei achtergronden. Omdat je als verteller niet vast zit aan de precieze woorden die je gebruikt, kun je flexibel inspelen op je publiek. Want een ander publiek vraagt om andere verhalen en andere manieren van vertellen.