Nederland kent een aantal professionele vertellers en daarnaast vele (semi-)amateurvertellers die al dan niet verenigd zijn in vertelkringen.
Zowel professionals als amateurs kunnen lid (participant) worden van de Stichting Vertellen.
Leden komen in een soort adresboek te staan,
ook zichtbaar voor niet-leden, ze krijgen korting op activiteiten van de Stichting zoals Ontmoetingsdagen en ze kunnen optredens op de
Vertelagenda plaatsen. Op de webpagina's van de Stichting zijn aankondigingen van vertelfestivals en heel veel andere interessante dingen te vinden.
Verschillende organisaties bieden cursussen voor vertellers aan. De belangrijkste zijn De Vertelacademie, De Vertelschool of De Verhalenfontein. Verteller Paul Groos is ervaren in vertellen in voortgezet onderwijs en geeft ook workshops aan klassen. Ook andere individuele vertellers bieden workshops aan over allerlei onderwerpen of voor doelgroepen zoals leerkrachten.
Verstaanbaarheid is de belangrijkste zorg van een verteller. In rustige omstandigheden hebben de meeste vertellers geen versterking nodig tot ongeveer 50 luisteraars.
Dit wordt anders in cafés met geroezemoes of grotere zalen. Dan is er -afhankelijk van je stem- versterking nodig.
In kerken en in verpleegtehuizen is er vaak een ringleiding waarop
gehoorapparaten staan aangesloten. Daarbij hoort een eigen microfoon.
Het mooiste zijn microfoons die om je oor hangen, maar vaak zijn die er niet. Heb je een klassieke microfoon, probeer die indien mogelijk eerst uit:
moet je hem steeds dicht bij je mond houden of werkt hij ook op grotere afstand? Of je de microfoon op een standaard wilt of in de hand houdt,
is een kwestie van persoonlijke voorkeur: in het ene geval heb je je handen vrij,
in het andere kun je wat heen en weer bewegen (Zie filmpje).
Wanneer je buiten op een festival staat, maak dan goede afspraken met de organisatie over andere (luidruchtige) activiteiten in de omgeving.
Een muur achter je rug of de wind in de rug kunnen verstaanbaarheid verbeteren.
Zorg dat je zichtbaar bent voor iedereen, dat helpt ook.
In een gestructureerde situatie, waar iemand je aankondigt, is het niet nodig (maar soms wel leuk) om speciale kleding te dragen.
Op festivals, vertelwandelingen en andere minder gestructureerde situaties vinden veel vertellers het handig om herkenbaar te zijn als verteller.
Ze dragen bijvoorbeeld een hoed,
een bonte omslagdoek of een uitbundige jurk of
iets dat past bij de sfeer van het verhaal.
Soms wil je een schatting maken van de lengte van een verhaal. Mensen die voor een groep staan, spreken gemiddeld 130 woorden per minuut in het Nederlands. Een vol A4tje (lettergrootte 11) telt ongeveer 600 woorden, dus kost je ongeveer 4,5 minuut. Natuurlijk vertel je nooit precies de geschreven tekst, maar dat geeft je een idee. Wanneer het galmt in een ruimte, maar ook als je vertelt aan oude mensen met hoorproblemen, moet je wat trager spreken.
Wereldverteldag is de belangrijkste dag voor verhalenvertellers.
Over de hele wereld worden rond 20 maart optredens georganiseerd rond een thema.
In 2020 is het thema 'reizen’. Veel vertellers en vertelkringen organiseren op die dag speciale gratis activiteiten.
De dag is bedoeld om meer mensen kennis te laten maken met het fenomeen ‘verhalen vertellen’. Veel mensen denken namelijk dat het gaat om voorlezen, anderen om voordragen,
weer anderen denken dat het uitsluitend iets voor kinderen is.
Het is ook een dag waarop vertellers uit de hele wereld elkaar inspireren en zich een gemeenschap voelen.